Circulaire economie
In een circulaire economie bestaat (bijna) geen afval, mensen gebruiken hun producten veel langer en het afval dat nog wel ontstaat, dient als grondstof voor nieuwe producten. De circulaire economie vraagt om een nieuwe manier van dingen ontwerpen, maken en gebruiken binnen planetaire grenzen.
Circulaire economie is al enige tijd een speerpunt bij de business school van Hogeschool Rotterdam en inmiddels ook hogeschoolbreed. Iemand die zich al vele jaren inzet voor een duurzame wereld en er voor gezorgd heeft duurzame ontwikkeling een plek te geven in de onderwijsvernieuwing bij de economische opleidingen is Mirella Soyer, per 1 januari benoemd tot lector Gedrag voor circulaire transities. In dit interview vertelt ze meer over de ontwikkelingen bij het economisch onderwijs en onderzoek.
Mirella, jij bent één van de aanjagers in van duurzame ontwikkeling op de hogeschool. Hoe ben je gestart hiermee en waarom?
“Toen ik in 2012 begon bij de hogeschool was het voor mij vanzelfsprekend dat duurzame doelen deel uitmaakten van het beleid, zoals in Maleisië waar ik 13 jaar werkte. Ik was er best verbaasd over dat dit op de RBS nog zo weinig speelde. De studenten in het economisch domein zijn degenen die straks in het bedrijfsleven de beslissingen nemen. Hoe zij omgaan met duurzaamheid is cruciaal voor de toekomst.
Bij International Business waar ik kwam te werken was er wel een aantal vooruitziende mensen, zoals Cor van Leeuwen die destijds een dag per week kon besteden als duurzaamheidscoördinator. Hem wil ik even benoemen want hij is degene die de basis heeft gelegd voor de SHE-accreditatie (destijds AISHE), die we met drie sterren haalden. In feite ben ik in een gespreid bedje gekomen want ik heb overgenomen en uitgebouwd waar hij mee begonnen was. De drie sterren zijn we overigens weer kwijtgeraakt, onder andere omdat we in die tijd ook bezig waren met curriculuminnovatie. Ik vond het zonde als we dat zomaar lieten gaan. Daar dacht onze directeur ook zo over en drie jaar geleden behaalden we opnieuw drie sterren. Ik vind het belangrijk om te laten zien dat we goede dingen doen waar we trots op zijn, dat motiveert studenten en collega’s om hiermee verder te gaan.”
Ik vind het belangrijk om te laten zien dat we goede dingen doen waar we trots op zijn, dat motiveert studenten en collega’s om hiermee verder te gaan.”
Integraal onderdeel alle opleidingen
Je bent actief gaan bouwen aan duurzaamheid binnen RBS, hoe ging dat?
“Naast de certificering heb ik ook gewerkt aan een duurzaamheidsplan voor International Business, met professionaliseringsactiviteiten voor de collega’s. We werken hier samen met het technisch domein en inmiddels kunnen collega’s via de HR Academie een CIRCO training volgen.
Bij de curriculumvernieuwing hebben we duurzaamheid tot integraal onderdeel gemaakt van alle vakken in het curriculum van de economische opleidingen. Duurzame ontwikkeling is heel breed. In het economisch domein geven we vorm aan een toekomstbestendige economie via de thema’s leiderschap, circulaire economie, digitale transitie en betekeniseconomie. Elk van deze thema’s heeft een themaregisseur. Zelf ben ik dat voor circulaire economie. Als thema regisseur geef ik richting en vorm aan circulaire initiatieven en verbind ik het werkveld, onderwijs en onderzoek.
Ik ben er trots op dat we dit voor elkaar gekregen hebben en dat duurzaamheid steeds een substantiëlere plek krijgt in ons onderwijs. Of alle docenten daar direct in meegaan of dat er ook weleens weerstand is? Er is zeker ook weerstand, maar door samen te werken kun je daar wel wat aan doen. Bijvoorbeeld in het interdisciplinaire semester 6 onderwijs, het tweede semester van jaar 3 werken studenten samen aan een maatschappelijke opgave. Omdat in semester 6 ook opleidingsleerdoelen op het hoogste niveau worden afgetoetst, willen opleidingen die daaraan meewerken er ook zeker van zijn dat hieraan voldaan wordt. Hiervoor werken we intensief samen met de curriculumcommissies. Je moet het samen doen, dan kun je veel meer bereiken en het nieuwe onderwijs bootst meer de werkelijkheid na waarin studenten terecht komen na de opleiding.”
Impactvolle programma’s
Voor semester 6 hebben we bewust gekozen voor programma’s, waar je studenten op ‘aan’ kunt zetten. De programma’s Fighting Fast consumption (circulair consumentengedrag) en Circular Supply Chain (werken aan circulariteit in de bouwketen bevorderden bij woningbouwverenigingen), worden in het Engels en het Nederlands aangeboden. In het programma Leadership for Circular Transition ligt de nadruk op het verminderen van voedselverspilling bij restaurants en supermarkten. Praktijkonderzoek krijgt in deze programma’s volop de aandacht. In het programma Fighting Fast Consumption werken de studenten aan een ‘Nationale kledingkast audit’ van het lectoraat Gedrag voor circulaire transities. En het programma Circular Supply Chain werkt samen met het lectoraat Circulaire economie aan biobased oplossingen voor de bouwsector. De cijfers laten zien dat het interdisciplinair onderwijs echt aanslaat: iets minder dan 50% van de derdejaarsstudenten kiest nu voor een interdisciplinair semester 6 programma.
In het minorenonderwijs in semester 7 werken de economische circulaire minoren samen met minor Circular Maker van EAS en de minor Circulaire Gebouwde Omgeving van IGO. Het workshop aanbod van deze minoren stond open voor alle studenten van deze minoren, en die van anderen die hier interesse in hadden. Dit draagt bij aan een hogeschoolbrede samenwerking. Studenten leren daar zo veel van, en de docenten ook. De studenten en docenten die hierin hebben meegedaan zijn ambassadeurs geworden voor dit soort onderwijs, we bouwen daarmee een community voor circulariteit op de hogeschool.
Interdisciplinair afstuderen
Nog een stapje verder gaat interdisciplinair afstuderen, wat voor het eerst gaat plaatsvinden. Voor het thema circulair hebben we zes opdrachten gevonden die voldoen aan strenge voorwaarden zodat een team van afstudeerders daar aan de slag kan. Vier van deze opdrachten zijn in samenwerking met de circulaire campus van Team Nxt, waar studenten samen met medewerkers van vier ondernemingen (Shell, installatiebedrijf Spindler, In2Waste en Paebbl) masterclasses volgen van Yuri van Geest en Jan Rotmans, terwijl ze samen circulaire vraagstukken oplossen. Zo ontwikkelen studenten, docenten en medewerkers zich met elkaar en daardoor ontwikkelen ze naar verwachting samen sneller circulaire oplossingen. De opdrachten variëren van het ontwikkelen van een materialen paspoort, tot circulair inkopen, opschalen van circulair beton, en het ontwikkelen van een business case voor een kunststof recyclingfabriek. Mijn collega's en ik zijn erg benieuwd hoe deze nieuwe vorm gaat werken.
Daarnaast is er een team afstudeerders aan de slag met Green Teams in het Maasstad Ziekenhuis. Die teams zijn ooit opgericht met brede duurzaamheidsdoelen, maar langzamerhand gaat het alleen nog over afvalverwerking, er wordt bijvoorbeeld niet nagedacht over hoe je minder afval kunt produceren. Een ander team richt zich op de omslag van lineair naar circulair inkopen voor Franciscus Gasthuis.
Dat zijn geweldig mooie opdrachten voor studenten om te laten zien wat ze kunnen. Ze worden daar ingeplugd in een bestaande situatie en krijgen van tevoren wel van alles mee, zoals met wie ze gaan samenwerken, bij wie ze moeten zijn voor informatie. Bij een individuele afstudeeropdracht moeten ze daar zelf achteraan.”
Gedrag in circulaire transities
In december 2023 ben je benoemd tot lector Gedrag voor circulaire transities, wat heb je daar als opdracht meegekregen?
“Ik wil in het lectoraat vooral heel praktisch aan de slag, ook in het verlengde van mijn werk als themaregisseur circulair. We willen gaan onderzoeken hoe we circulariteit kunnen bevorderen door consumenten en producenten hun gedrag te laten aanpassen op basis van eerder verworven kennis. Zo heeft het onderzoeksprogramma Circular Fashion opgeleverd dat we beter weten hoe verschillende consumententypen verleid kunnen worden om duurzamere beslissingen te nemen. Bijvoorbeeld door kapotte spullen te (laten) repareren, of door te kiezen voor tweedehands kleding in plaats van nieuw. Zo moeten kledingproducenten vanaf nu zelf gaan zorgen dat de levensduur van hun producten verlengd wordt door gebruikte kleding in te nemen en dat te verkopen in eigen winkels. Dat zul je steeds meer gaan zien.
De Nationale Kledingkast audit is een volgende fase en heeft als doel het verzamelen van beleidsinformatie, het integreren van onderzoek in het onderwijs, en het herwaarderen van onze kleding. Om circulair gedrag bij producenten te stimuleren richten we ons op het ontwikkelen van circulaire competenties van medewerkers, de transitie van green teams naar circulaire teams zodat dit beter bijdraagt aan circulair inkopen.”
Meer samenwerken
Wat vind je zelf het belangrijkste dat er nu moet gebeuren voor circulaire ontwikkeling?
“Ik zie dat er nog heel veel moet gebeuren om een versnelling in te zetten. Er zouden meer collega's bij moeten komen met diepere kennis van circulariteit en transities zodat we opdrachtgevers meer en beter kunnen leveren bij het oplossen van maatschappelijke opgaven. Ook zouden naar mijn idee Onderwijs en Onderzoek samen aan maatschappelijke opgaven moeten werken. Zodat we de kennis niet meer alleen ontwikkelen in het lectoraat maar met elkaar, met het onderwijs en met andere instituten en kenniscentra. Bij ons instituut met 12.000 studenten, 500 docenten en 8 lectoren alleen al zijn er heel veel ideeën. Het is wel de vraag hoe we dit praktisch aanpakken, met kleine stapjes, om die samenwerking te organiseren. Als dat lukt kunnen we echt het verschil maken.
Bij verschillende instituten zijn we soms met dezelfde dingen bezig, zonder het van elkaar te weten. Er zou een gedeeld platform moeten komen waarin we samenwerken met het werkveld, met het MKB bijvoorbeeld zou dat kunnen, daar zit nu energie op. En opdrachten op de hogeschool zouden ruimer geformuleerd mogen zijn zodat er ruimte is voor interdisciplinaire samenwerking en voor intern ondernemerschap. Ik pleit dan ook voor meer gelegenheid om elkaar te ontmoeten, zoals bij een Dag van Praktijkgericht Onderzoek, of bijeenkomsten als Mission:Transition van Samen Duurzaam en CoE HRTech. Aan bevlogen mensen dwars door de hogeschool heen ontbreekt het in elk geval niet.” -