Algemeen
Zijn de instructies voor opdrachten in de les, voor taken en op examens duidelijk?
- Worden de instructies duidelijk en kort geformuleerd?
- Zijn de instructies visueel ondersteund?
- Krijgen de studenten één goedgekozen voorbeeld of wordt er een demonstratie gegeven?
- Voert de docent een begripscontrole uit?
- Volgt de docent tijdens de opdracht de uitvoering op door rond te lopen en te observeren?
Bron: Kijkwijzer
Kijk hier hoe een docent Natuurkunde instructie geeft.
Tools voor Taal: handreiking schrijfopdrachten
Deze handreiking bevat voorbeelden van schrijfopdrachten voor tekstsoorten uit het vo en hbo, met onder meer het schrijfdoel, het beoogde publiek, de vereiste stijl en verder de vorm- en inhoudelijke eisen. Van elke tekstsoort zijn een of meer exemplarische voorbeelden gegeven met daarbij het beoordelingsmodel. Docenten in vo en hbo kunnen de beschrijvingen en voorbeelden in deze handreiking gebruiken bij het formuleren van schrijfopdrachten. Daarnaast kunnen vo-docenten het hbo-materiaal gebruiken als inspiratie om met diverse tekstvormen te werken en zo de leerlingen beter voor te bereiden op het hbo. Bovendien bieden de voorbeelden inspiratie om te experimenteren met contextrijke schrijfopdrachten.
Collega's aan het woord
Ik heb mijn cursusmateriaal laten nalezen door collega’s op duidelijkheid en correctheid.
Een rijke, correcte en duidelijke taal is een vereiste voor alle cursusmateriaal. Niet alleen taaldocenten, maar ook vakdocenten hebben een voorbeeldfunctie . Om de toegankelijkheid en correctheid van je cursusmateriaal na te gaan, kan je collega’s om hulp vragen. Lees elkaars cursus en duid aan wat fout of onduidelijk is. Door deze kleine ingreep stijgt de kwaliteit van het cursusmateriaal.
Als ik een opdracht geef, staan alle beoordelingscriteria, ook de taaleisen, erbij vermeld.
Studenten ervaren bij een taak soms moeilijkheden met de instructies van hun docenten. Vaak lijken instructies en beoordelingscriteria op het eerste gezicht helder en stellen studenten pas tijdens het schrijfproces vast dat ze te vaak of onduidelijk zijn. Om je eigen opdrachtomschrijvingen grondig en kritisch door te lichten, kan je gebruik maken van Checklist voor richtlijnen.
Als ik studenten een schrijfopdracht geef (bv. stage- of reflectieverslag, bachelorproef), krijgen ze enkele goedgekozen voorbeeldteksten.
Het is erg belangrijk om goede modellen aan te bieden. Soms weigeren docenten dit, omdat ze geen ‘copy-paste-teksten’ willen lezen en vrezen dat studenten te weinig zullen loskomen van de voorbeeldteksten. Toch zijn ondersteunende materialen en vergelijkingsmateriaal (zoals een schrijfproduct of een presentatie) van medestudenten een onontbeerlijke vorm van taalsteun.
Taal is een agendapunt op de opleidingsvergadering, het teamoverleg, de vakgroepraad.
De misvatting leeft dat leerlingen een correcte en rijke taal bijbrengen een taak is van het secundair onderwijs. Dit klopt niet. Van studenten in het hoger onderwijs mag je terecht een zekere zelfstandigheid en (taal)maturiteit verwachten. Maar alleen verwijzen naar de aansluitingsproblemen bij de overgang van secundair naar hoger onderwijs zet geen zoden aan de dijk. Systematische aandacht voor taalvaardigheid studenten is trouwens geen taak alleen de taalcoach van de opleiding en de docenten Nederlands of Communicatie. Een gemeenschappelijke aanpak van het hele team is belangrijk in functie van transfer. Uiteindelijk zullen zowel student als docent de vruchten plukken van de aanpak.
Teamleren
Als team kun je werken aan professionalisering op het gebied van TOL, bijvoorbeeld door elkaars lessen te bezoeken. Handige hulpmiddelen voor observaties zijn:
- Kijkopdrachten (Odisee)
- Kijkwijzer voor taalgericht vakonderwijs (TVO)
Om binnen je team of met collega-docenten te verkennen wat je op het gebied van taalvaardigheid van studenten verwacht, kijk eens naar het volgende Odisee document.