Wetenschap en onderzoek voor havo/vwo onderbouw bij OSG Hugo de Groot
‘Leerlingen zijn Rotterdammers van nu én de toekomst’
Cindy Hoekwater is docent Nederlands op OSG Hugo de Groot in Rotterdam-Zuid. Samen met collega’s ontwikkelt ze meer aanbod om onderzoeksvaardigheden te trainen. “We laten onze leerlingen op school al een beetje los, voordat ze in de buitenwereld terecht komen.”
Waar staan jullie op het gebied van vaardigheden in jullie onderwijsaanbod?
“Een paar jaar geleden zijn we begonnen met Wetenschap & Onderzoek (W&O) als vak voor de leerjaren 1 t/m 3 in het havo/vwo. Verschillende docenten nemen bij dit vak een module voor hun rekening. Zelf geef ik in het derde leerjaar een module over etnische en culturele diversiteit.
W&O is een vorm van projectonderwijs, waarbij we aandacht besteden aan onderzoek doen, leren samenwerken en reflecteren. Deze vaardigheden komen later samen in het profielwerkstuk en vervolgonderwijs.”
Waarom vinden jullie het belangrijk om W&O aan te bieden?
“Leerlingen worden hier lang aan het handje genomen. Daarmee halen ze prachtige diploma’s, maar ‘school’ is niet alleen het voltooien van het eindexamen. We willen leerlingen ook leren om zelfstandig te worden en hen goed voorbereiden op de volgende stap in hun leven.
We onderzoeken of er een verband is tussen de uitval in het hoger onderwijs en de vaardigheden, die onze leerlingen lang niet altijd goed onder de knie hebben. Daarom willen we leerlingen meer vrijheid bieden en ze meer hun eigen verantwoordelijkheid laten nemen.”
Wat levert dat op?
“Door leerlingen langzaam meer zelf te laten doen, kunnen ze in de bovenbouw beter aan de slag met het profielwerkstuk. Daarna hebben ze hopelijk ook een betere aansluiting met het hoger onderwijs.
Maar het gaat nog verder. Ook al zitten onze leerlingen nog op school, zij vormen wel de Rotterdammers van nu en van de toekomst. We willen dat leerlingen betrokken zijn en hun normen en waarden meegeven. Jongeren weten heel goed wat er speelt in de stad en in hun leven en kunnen goed nadenken over oplossingen. Het is daarom waardevol als zij nu al een steentje bijdragen aan een mooi(er) Rotterdam.”
Hoe ver zijn jullie nu hier mee?
“We hebben nu de projectgroep O3 opgericht, waarin ik samenwerk met twee collega’s van economie en geschiedenis om W&O om te vormen naar de drie O’s: onderzoeken, ontwerpen en ondernemen.
Binnen O3 gaan we samenwerkingen aan met bijvoorbeeld Gemeente Rotterdam of de Erasmus Universiteit. We ontwikkelen nu een visie op dit nieuwe vak en zetten de eerste stappen in het aangaan van samenwerkingen.”
Hoe reageren de leerlingen hierop?
“Leerlingen hebben niet altijd meteen door dat ze iets nuttigs leren, maar later merken we dat het ze toch is bijgebleven. Ze snappen wel dat hoe beter ze leren om onderzoek te doen in de onderbouw, hoe beter ze hun profielwerkstuk kunnen uitvoeren. En hoe beter ze het later doen in het vervolgonderwijs.
Hun motivatie wordt bovendien groter als ze weten dat er echt iets met hun werk wordt gedaan. Mede om deze reden willen we dat de samenleving de school in komt en omgekeerd, zodat ze die verbanden beter oppikken. Door de modules op een aansprekende manier te brengen wordt het méér dan weer een vak erbij.
Natuurlijk ziet een aantal leerlingen de noodzaak van W&O niet zo. Hun aandacht gaat sneller uit naar vakken die meetellen voor hun overgang naar het volgende jaar. Regelmatig krijg ik te horen dat het verslag voor W&O veel lager op hun prioriteitenlijstje staat, omdat ze bijvoorbeeld een toets hebben voor wiskunde.”
Hoe reageren docenten?
“We zijn begonnen met docenten die het leuk vinden om een eigen module te ontwerpen, bijvoorbeeld omdat ze daarvoor een persoonlijke interesse hebben. We willen bij deze modules komen tot een breed aanbod van alfa, bèta- en gamma-onderzoek. Onderzoek doen is niet alleen een practicum uitvoeren; ook goede interviews afnemen of een ontwerp maken voor een nieuwe stad horen daarbij.”
Hoe werken jullie samen met organisaties van buiten?
“Er zijn allerlei ideeën om samen te werken en organisaties de school in te halen. Er is nu een aardrijkskundige module om een stuk stad te ontwerpen en samen te werken met de gemeente. Ook komt een hoogleraar van de Erasmus Universiteit een gastles geven rondom culturele diversiteit.
Verder hebben studenten van de universiteit twee bijeenkomsten voor havo 4 en vwo 5 verzorgd om leerlingen te begeleiden bij de opzet van hun profielwerkstuk. De leerlingen doen hun eindpresentatie op de universiteit. Dan merk je dat ze zich goed voorbereiden, want op de universiteit krijgt een presentatie meer cachet dan hier op school.”
Hoe beoordelen jullie de vaardigheden?
“Bij de modules beoordelen we het proces en de inhoud. Leerlingen krijgen per module een cijfer. Het gemiddelde vormt het eindcijfer, dat meetelt voor de overgangslijst.
Bij het profielwerkstuk werken we met rubrics, een reeks van criteria voor het beoordelen van de verschillende fases waar leerlingen doorheen gaan. Behalve het proces en de inhoud beoordelen we ook de presentatie. Inzet en de uitvoering van een goed onderzoek zijn dus belangrijk, maar ook hoe je erover vertelt.”
En hoe gaat dat bij groepswerk, als er onenigheid is over de inzet?
“Reflectie op de samenwerking is hierbij van belang, want leerlingen moeten ook leren om voor zichzelf op te komen als de verhoudingen in een groep scheef komen te liggen. Ze leren er niets van als wij hun hand blijven vasthouden.
Soms zeg ik dat de groep in totaal 4 x 8 punten krijgt. ‘Verdeel de punten zelf maar over de vier deelnemers’, stel ik dan voor. Ze voelen zich aangesproken op hun rechtvaardigheidsgevoel en handelen dan altijd fair.”
Wat is voor jullie de grootste uitdaging?
“Het blijft lastig om voldoende tijd te vinden in onze agenda’s. Voor je het weet zit je aan de randen van de dag te praten over onderwijsinnovatie, maar dat is niet wat je wilt. Ook alle corona-perikelen helpen niet mee.
De bereidwilligheid bij collega’s is er wel, want iedereen ziet in dat dit belangrijk is. Nu moeten we de benodigde tijd inplannen, zodat we stappen voor de langere termijn kunnen zetten. Anders blijf je bezig met de waan van de dag.”
Hoe zijn jullie contacten met de andere deelnemers van het samenwerkingsverband?
“We hebben prettige contacten bij Inholland, de Erasmus Universiteit Rotterdam en andere mensen van het samenwerkingsverband. Zo heeft de onderwijskundige van de universiteit meegedacht over mijn module. Daar heb ik heel veel aan gehad en enorm veel energie van gekregen.”
Naar aanleiding van dit artikel kun je contact opnemen met de coördinatoren van de werkgroep Ho-vaardigheden/PWS: Rowan Beijk-Huijgen: rowan.huijgen@eur.nl en Adrie Oosterom: adrie.oosterom@inholland.nl.