Hogeschool Inholland Rotterdam
Vanuit de stuurgroep: Nahied Rezwani (Hogeschool Inholland)
Nahied Rezwani
Nahied Rezwani (vestigings)directeur Hogeschool Inholland Rotterdam is een van de bestuurders in de stuurgroep Samenwerken aan een betere aansluiting vo-ho. Zij vindt het hoog tijd om gerichter te sturen op effectieve resultaten.
Wat is jouw persoonlijke betrokkenheid bij aansluiting tussen voortgezet en hoger onderwijs?
"Ik heb jarenlang bij het Ministerie van OCW gewerkt als coördinator van het programma om het aantal voortijdige schoolverlaters te verminderen. In deze periode hebben we uitgebreid onderzoek gedaan naar de oorzaken van schooluitval. Een van de voornaamste redenen bleek de gebrekkige aansluiting te zijn tussen het voortgezet onderwijs en het vervolgonderwijs. Ook ervaren veel studenten problemen doordat ze niet de juiste studiekeuzes hebben gemaakt.
“Persoonlijk vind ik dat er een soepele overstap moet zijn. Het is belangrijk dat er gekeken wordt naar de manier waarop aansluiting verbeterd kan worden. Voor sommige leerlingen is leren niet vanzelfsprekend en daarom is het belangrijk dat ze leren waar hun sterke kanten en interesses liggen. Ingewikkeld is wel dat het aantal opleidingen zo groot is, wat het kiezen van de juiste opleiding lastig maakt.”
Hoe en waarom is Hogeschool Inholland betrokken bij het samenwerkingsverband tussen voortgezet onderwijs en hoger onderwijs?
"We zitten niet op een eiland, dus samenwerken met de partners in de regio is essentieel. Ons doel is om toekomstig personeel van hoge kwaliteit te leveren, aangezien zij het menselijk kapitaal van onze samenleving vormen. Het is onze plicht om onze studenten goed voor te bereiden op het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt.”
Hoe heeft Hogeschool Inholland de samenwerking voor een betere aansluiting vo-ho in de afgelopen jaren ervaren?
"De populatie in de regio Rijnmond verschilt aanzienlijk van andere regio's in Nederland, zelfs van de andere drie grote steden. We hebben te maken met lage inkomens, beperkte opleidingsniveaus en een opeenstapeling van problemen bij onze populatie. Dit weerspiegelt zich ook in de cijfers van schooluitval. Om dat aan te pakken heb je alle partijen nodig in de regio, ook de gemeenten.”
Wat zijn je ambities om de aansluiting tussen voortgezet onderwijs en hoger onderwijs te verbeteren?
"We zullen nooit volledig voorkomen dat studenten uitvallen, maar we streven ernaar dat ze betere keuzes maken met de juiste begeleiding. We willen niet dat studenten problemen ondervinden, doordat wij andere verwachtingen hadden van wat ze op in het voortgezet onderwijs hebben geleerd.
Ons onderwijs streeft ernaar om een positieve invloed op de gehele persoonlijkheid uit te oefenen en dat is meer dan het diploma. We willen dat studenten leren om te gaan met levensvragen, kansen te zien, doorzettingsvermogen te ontwikkelen en flexibiliteit te tonen.”
Hoe zorg je ervoor dat scholen zich bezighouden met thema's rondom aansluiting?
"Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, want een doorlopende leerlijn bereik je alleen als alle onderdelen op elkaar aansluiten. Als er een paar treden ontbreken in een trap, dan val je.
Het is van groot belang dat onze boodschap wordt overgebracht naar elke docent, want de samenwerking tussen de onderwijsinstellingen is essentieel voor een sluitende onderwijskolom. We willen dat docenten precies weten hoe en wanneer ze het hbo en wo bij het keuzeproces kunnen betrekken.”
Wat is er de afgelopen jaren bereikt en waar ben je trots op?
"De effecten van onze inspanningen op studenten zijn nog niet zichtbaar, omdat we nog steeds een hoge uitval en lage doorstroom zien. We zijn dus nog lang niet klaar, maar ik ben wel trots op het netwerk dat we hebben opgebouwd.
Collega's van verschillende onderwijsinstellingen hebben analyses gemaakt en experimenten opgezet met diverse projecten. Dit is positief, maar mijn ambitie reikt verder. Ons doel is pas bereikt als geen enkele student uitvalt door een verkeerde keuze, onjuiste begeleiding of gebrekkige aansluiting in de leerstof.”
Wat zijn de tips en tops voor het samenwerkingsverband?
“Het is positief dat we elkaar hebben gevonden. Er is een mooie sfeer, geen onderlinge concurrentie en de verschillende werkgroepen leveren mooie resultaten af. Maar het moet ook nog terecht komen bij degenen die het werk daadwerkelijk doen, dus bij de docenten. Dat geldt voor zowel het voortgezet onderwijs als het hoger onderwijs.
We hebben jarenlang keihard gewerkt om het aantal voortijdige schoolverlaters terug te dringen. Helaas zien we op regionaal niveau in dit opzicht nog geen verbeteringen. Sterker nog, als gevolg van corona is het uitval van de studenten toegenomen en de doorstroom afgenomen.
Sommige uitvallers weten goed hun weg te vinden, bijvoorbeeld in het ondernemerschap. Maar er zijn ook veel uitvallers, waar de problemen zich opstapelen: werkloosheid, armoede, psychische problemen. Dit is een zorgelijke ontwikkeling, die vergaande gevolgen kan hebben voor de samenleving.”
Waarop moet het samenwerkingsverband zich de komende jaren richten?
“We moeten de projecten goed evalueren op basis van effectiviteit. Wat goed werkt, dat kunnen we verder uitbreiden in de regio. We moeten de minder goed lopende projecten afstoten en kijken wat we nog nodig hebben.
We sturen nu te weinig op de resultaten. We zijn met mooie experimenten bezig, maar welke effecten zijn er op leerlingen en studenten? Want daar doen we het voor. Als je niet weet wat goed werkt, vallen zij over tien jaar nog steeds uit, ondanks ons mooie samenwerkingsverband. Ik zie dus een grote uitdaging voor ons als onderwijsinstellingen om onze verantwoordelijkheid te nemen.
Ik zou het fantastisch vinden als alle leerlingen de juiste keuzes maken en goed beslagen ten ijs komen in het vervolgonderwijs. Al die mooie ruwe diamanten kunnen hele mooie diamanten worden. Laten we samen zeggen: het zijn ònze schatjes, waar we heel goed voor gaan zorgen.”