Studeren als je hoogbegaafd bent

Door: Amber Damen Wanneer: Vrijdag 10 maart | 14.00 – 15.30u Locatie: Museumpark - MP.H07.039
In de Week van de Hoogbegaafdheid staat het verspreiden van kennis over hoogbegaafdheid in heel Nederland centraal, ook op Hogeschool Rotterdam. Vrijdag 10 maart van 14.00-15.30 uur, nodigen we collega’s en studenten uit om aan te sluiten bij de informatieve en interactieve talk: ‘Studeren als je hoogbegaafd bent’
Wat is hoogbegaafdheid? Hoe te herkennen? Zijn er specifieke voor- of nadelen dan wel speciale opleidingsbehoeften? Studenten, medewerkers en docenten gaan met elkaar in gesprek onder leiding van Amber Damen, lerarenopleider van nieuwe mbo-docenten bij de afdeling Post HBO, en specialist begaafdheid binnen Hogeschool Rotterdam. Contact: damam@hr.nl.
Lees hieronder het interview
‘Het is leuk om hoogbegaafd te zijn’
Amber Damen – Lerarenopleider Post-hbo bij IvL. Daarnaast ook specialist begaafdheid binnen de hogeschool en oprichter van het landelijke netwerk hoogbegaafdheid in hoger onderwijs (HB-HO)
“Studenten en ook collega’s weten soms zelf niet dat ze hoogbegaafd zijn. We hebben heel lang in NL het beeld gehad dat hoogbegaafde kinderen Bèta-nerds zijn, autistische whizzkids die sociaal onhandig zijn, betweterig. Die zijn er ook en díe vallen op. Maar dat is maar een heel klein deel. Het overgrote deel functioneert goed, zijn sociaal vaardig en hebben een veel bredere kijk op het leven en dus ook in hun studiekeuze of werk. Het hoeft echt niet altijd Rocket Science te zijn waar een hoogbegaafde in mee moet draaien. Waarom niet in het onderwijs of in de zorg?
Toen ik nog bij de Pabo werkte ontdekte dat ik veel gelijkgestemden had. Je ontdekt dezelfde humor, associaties, interesses. Het is niet zo heel bijzonder om hoogbegaafd te zijn trouwens. Vijf procent van de bevolking is niet heel uitzonderlijk, als je door de koopgoot wandelt en al die mensen om je heen ziet, ben je heus niet enige.
Voor het ene vak een moeizame vijfeneenhalf, het andere vak een gemakkelijke negen.
Waarom collega’s en studenten naar mijn workshop moeten komen? We moeten af van die misvattingen. Proberen de studenten te ontdekken die naast hun studie op hoog niveau superactief zijn. Met muziek, specifieke sporten, taal, geschiedenis, politiek… En tussendoor eventjes hun tentamens doen. Voor het ene vak scoren ze telkens een moeizame vijfeneenhalf en voor een ander vak gemakkelijke negens en tienen omdat het ene vaak ze meer interesseert. Om die studenten op bijvoorbeeld de Pabo, Verpleegkunde of Commerciële Economie te herkennen en ermee in gesprek gaan. Ze zo nodig in contact brengen met een coach en ze op die manier te motiveren en meer op hun plek laten voelen. Dus niet alleen letten op cijfers, maar ook wat een student búiten hun studie doen!
iedereen kan komen, juist als niet specialist. Het gaat om het herkennen. Misschien wel voor jezelf. Er zijn veel meer hoogbegaafden dan je denkt, ook binnen de hogeschool. Ik vermoed dat zo’n vijf procent, ruim 2.000, hier rondlopen en zullen heel verschillend zijn. Met hoge en lage motivatie, vaak topdown denkend wat niet altijd past in de lesmethodiek. Hier kunnen docenten rekening mee leren houden. Het gaat om het welzijn van deze groep studenten.
Dat negatieve moet eraf. Het is leuk om hoogbegaafd te zijn en het geeft heel veel voordelen. Ze pikken dingen heel snel op, spelen bijvoorbeeld binnen de kortste keren een instrument op hoog niveau of hebben een sport snel onder de knie.
Dat ook deze studenten en medewerkers zich thuis voelen op onze hogeschool. Dat is het doel van mijn workshop!